Menu

Blog 1: Bang-kok

Het eerste wat we horen als we aangeven dat we naar Bangkok gaan, is het woord ‘ladyboys’. Geen mooie verhalen over de cultuur, het lekkere eten en de lieve mensen, maar puur dit fenomeen. Ik denk dan ook meteen dat er geen letterlijkere naam voor een (hoofd)stad bestaat dan ‘Bang-kok’, want alles schijnt erom te draaien.

Zonder nog maar iets van de stad gezien te hebben, snelt de reputatie van Bangkok zich al voorbij. Nu eerst zelf maar eens beoordelen, want na een vliegreis van 11 uur (waar Lynn voor het eerst sliep en Britt voor het eerst niet) komen we aan op het vliegveld in Bangkok. Hier worden we als celebrities ontvangen met een briefje met onze namen erop: Ms. Lynn van Roij en Ms. Britt Werner. Je snapt, er is niet veel nodig om ons ster te laten voelen.

Zo’n twee uur later arriveren we in ons hotel. Opvallend is dat we géén getoeter hoorden in het verkeer! De oordopjes hebben we dan ook meteen weggegooid. Weer een vooroordeel minder.

Het hotel, met disco swimming pool, ligt midden in de stad, nabij de bars en restaurants. Na ons schoonheidsslaapje was het tijd voor onze eerste échte Thaise curry en eerste Thaise Chang biertje. Wauw! Het was alles wat we ervan verwachtten en méér! Thaise curry van de AH is -Thank God- niet te vergelijken met het eten hier! En eerlijk, wij maken damn goede AH curries thuis!

Chang bier is ook prima te doen maar met cocktails op de kaart (die ook nog eens bijna niets kosten) gaan we natuurlijk niet de hele avond aan het bier. Lynn kreeg uiteindelijk een cocktail zo mooi en groot als het grote paleis in Bangkok zelf en Britt kreeg iets wat leek op een drankje gemaakt van echt Bangkok’s putwater waar zelfs de eigenaren van de kraampjes hun fruit niet in wassen. Verschil moet er zijn, maar niets is wat lijkt, want beide cocktails smaakten heerlijk en wij konden proosten op een fantastische eerste dag!

De volgende ochtend, nog bijkomend van een jetlag, besluiten we dat het vandaag ‘chilldag’ is. Dat houdt in: manicure, pedicure en massages. In grote roze stoelen, uitkijkend over de stad, laten we onze voetjes en handjes uitrusten van al dat geslaap in het vliegtuig en het hotel. Hard nodig!

Het stortregent en weinig mensen wagen zich op straat. Binnen met een kopje thee en koekjes zitten we veilig en droog en ondertussen houden we hevige discussies over of we nu licht- of donkerroze nagellak moeten kiezen. Het zijn deze momenten dat levensvragen als deze beantwoord worden: Lynn gaat voor donkerroze en Britt voor licht. Hierna, beloven we elkaar plechtig, draaien we het om. Het moet wel spannend blijven natuurlijk.
Als we het niet langer kunnen rekken om daar te blijven zitten (na vijf uur bleef er weinig meer te vijlen over) lopen we, met onze zachte, schone voetjes in onze teenslippers door de straten van Bangkok, in iets wat lijkt op de cocktail van Britt maar dan zonder de voordelen ervan.

Onderweg worden we aangehouden door een mevrouw die ons armbandjes wil verkopen met poëtische, typische Thaise quotes als ‘I eat dick salad’ en ‘I fuck my pussy’. We bedanken haar vriendelijk. We gaan nog zoveel zien dat het natuurlijk zonde is om nu al iets te kopen.

In de stromende regen gaan we terug naar ons hotel en we beseffen hoe goed we het hebben.

Dit belooft wat voor de komende vijf weken.